Tekst: Stefanie Grosemans
Foto: Eva Asdou
Het statuut van verenigingswerkers en vrijwilligers anno 2022
Het verenigingsleven zorgt voor ontspanning en ontplooiing van
persoonlijke vaardigheden. Verenigingen hebben nood aan vrijwilligers en werkers die bereid zijn om, al dan niet, tegen een lage vergoeding elke keer opnieuw klaar te staan voor ondersteuning en begeleiding. De overheid supportert langs de zijlijn door dit fi scaal aan te moedigen. De regelgeving voorziet verschillende pistes met elk hun eigen kenmerken.
Welke piste verkies jij?
Er was eens... een statuut voor verenigingswerkers
Stel: naast je beroepsactiviteit als zelfstandige of bediende engageer je je als trainer van een turnvereniging, als regisseur van de plaatselijke toneelclub, of als coach of scheidsrechter van de lokale voetbalploeg. Als je een vergoeding ontvangt voor deze prestaties, maar niet verbonden bent door een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling, ben je een verenigingswerker met een specifiek statuut. Verenigingswerk biedt uiteraard een grote maatschappelijke meerwaarde, maar welke fiscale gevolgen heeft je inzet? Waar moet je op letten?
Wat wil je accountant dat je doet in je vrije tijd ?
Art. 17 KB RSZ laat bepaalde werkgevers toe om werknemers tewerk te stellen zonder sociale bijdragen te betalen op hun loon. Hieronder valt sinds het inkomstenjaar 2022 ook de regeling voor verenigingswerk.
Opgelet!: het is verplicht dat de vereniging hiervoor een schriftelijke overeenkomst van maximum één jaar sluit met de verenigingswerker.
Zoals je reeds kon vermoeden, geldt er voor dit fiscaal gunstregime: een urenplafond en een inkomstenplafond
Deze regeling geldt zowel voor de sportsector als voor de cultureel-artistieke sector. Toch is er een verschil tussen beide sectoren: er geldt immers een andere bovengrens voor het aantal uren dat je mag werken (het “urenplafond”) en waarbinnen het verenigingswerk fiscaal voordelig is.
Het urenplafond:
In de sportsector is het hopen op mooi weer in de zomer: het maximum aantal uren fiscaal voordelig verenigingswerk in de sportsector is opgetrokken naar 450 uur.
Deze uren zijn wel beperkt tot maximum 150 uren per kwartaal, met uitzondering van het derde kwartaal: in de zomer geldt een grens van 285 uren.
In de cultuur sector is het maximum aantal fiscaal voordelig verenigingswerk 300 uur, met een maximum van 100 uur per kwartaal.
Wanneer je je in beide sectoren als verenigingswerker engageert, bedraagt het urenplafond voor de beide samen 450 uur.
Als je bedenkt dat een voetbaltraining 2 tot 3x in de week plaatsvindt en de toneelschool slechts 1x per week samenkomt, is het verschil logisch te verklaren.
De fiscale gevolgen van het urenplafond:
Wanneer je onder het urenplafond blijft, worden de inkomsten uit verenigingswerk belast tegen een tarief van 20% in de inkomstenbelasting. Neem daar de forfaitaire kostenaftrek van 50% bij en de feitelijke belastingdruk is dan 10%.
Vanaf het moment dat je het plafond overschrijdt, worden alle vergoedingen automatisch aangemerkt als gewone beroepsinkomsten in de personenbelasting. Dan betaal je de progressieve tarieven met een belastingdruk van respectievelijk:
– 25% voor inkomsten tussen 0 € tot 13.870 €
– 40 % voor inkomsten tussen 13.870 € tot 24.480 €
– 45% voor inkomsten tussen 24.480 € tot 42.370 €
– 50% voor inkomsten boven de 42.370 €
Het inkomstenplafond (voor beide sectoren):
Naast het urenplafond is er ook een inkomstenplafond voor al je inkomsten uit verenigingswerk.
Om van het fiscale gunstregime te kunnen genieten, mogen de inkomsten uit verenigingswerk jaarlijks maximaal 6.540 € bedragen.
Zijn de inkomsten toch hoger, worden alle inkomsten als beroepsinkomsten aangemerkt.
Opgelet!: het inkomstenplafond geldt niet enkel voor je inkomsten uit het verenigingswerk, ook je inkomsten uit de deeleconomie worden meegeteld.
Met de deeleconomie wordt het sociaal- economisch systeem bedoeld waarin het ter beschikking stellen en delen van goederen of diensten tussen burgers, ondersteund wordt door een erkend platform (bijv. “Helpper”), hetzij door de overheid georganiseerd.
Inkomsten uit de deeleconomie zijn belastbaar als divers inkomen.
Het loont dus de moeite om ervoor te zorgen dat dat de inkomsten uit verenigingswerk en deeleconomie, de grens van 6.540 euro niet overschrijden.
De verenigingswerker is geen vrijwilliger! – het verhaal van de vrijgestelde onkostenvergoeding
Een vrijwilliger verschilt van een verenigingswerker doordat deze in principe geen vergoeding krijgt voor de geleverde prestaties, maar zich uit vrije wil en onbetaald wilt inzetten voor een vereniging die geen winst nastreeft.
Onbezoldigde vrijwilligers kunnen enkel een vergoeding krijgen voor onkosten die zij hebben gemaakt. Onder die noemer vallen bijvoorbeeld maaltijdkosten, kosten voor drank en zelfs kosten voor het gebruik van een computer en/of gsm.
Deze “onkostenvergoeding” is vrijgesteld van belasting en kan zowel forfaitair zijn als een terugbetaling van de werkelijke kosten (maar niet beide).
Om te vermijden dat de vereniging een zodanig hoge onkostenvergoeding betaalt om op die manier impliciet het “loon” van de vrijwilliger onbelast uit te keren en zo het regime van het verenigingswerk te omzeilen, heeft de wetgever voor de onkostenvergoeding een plafond voorzien, waarboven de uitgekeerde vergoeding als belastbaar loon wordt aangemerkt.
Dag- en jaarplafond
De onkostenvergoeding mag per vrijwilliger (voor al het vrijwilligerswerk samen) per dag niet hoger zijn dan 36,84 €, en voor het volledige jaar 2022 niet hoger zijn dan 1.473,37 €.
Voor bepaalde categorieën vrijwilligers (o.a. ook in de sportsector) geldt een verhoogd plafond van 2.705,95 € voor 2022. Dat verhoogd plafond is niet van toepassing als je binnen eenzelfde organisatie voor dezelfde periode zowel verenigingswerk als vrijwilligerswerk doet.
Terugbetaling werkelijke vervoerskosten als vrijwilliger
De organisatie waar je als vrijwilliger actief bent, mag in elk geval je werkelijke vervoerskosten terugbetalen hetzij voor maximum 2.000 km per jaar.
De maximumvergoeding is afhankelijk van hoe je je verplaatst:
- Met een privéwagen, motorfiets, of bromfiets:
o Van 1 juli 2021 tot 30 juni 2022: 0,3707 € per kilometer
o Van 1 juli 2022 tot 30 juni 2023: 0,4170 € per kilometer - Met de fiets: 0,25 € per kilometer voor verplaatsingen in 2022.
Wat als je liever bijdraagt door de vereniging te sponsoren?
Wanneer je liever supportert langs de zijlijn of gewoon de voorstelling van de vereniging wilt bijwonen, én de vereniging extra financieel wil ondersteunen, kan je opteren voor sponsoring.
Sponsoring van een culturele of sportieve vereniging is onder bepaalde voorwaarden fiscaal voordelig.
Indien je een onderneming hebt en deze onderneming door middel van sponsoring reclame kan maken voor haar activiteit en zo naambekendheid krijgt bij een voldoende breed publiek, zijn de kosten 100% als beroepskosten aftrekbaar. Ook de sponsoring van reclameartikelen waar opvallend en blijvend de naam van uw onderneming op vermeld staat, is voor het volledige bedrag aftrekbaar als beroepskost.
De sponsoring kan immers op die manier zorgen voor de positieve ontwikkeling van de onderneming.
Sponsoring door het aankopen van tickets voor een wedstrijd of voorstelling, zorgt niet direct voor publiciteit bij het brede publiek en is maar voor 50% aftrekbaar als “representatiekosten”.
Wens je persoonlijk advies over je vrijwilligers- en verenigingsactiviteiten, of over je activiteiten als particulier of ondernemer in het algemeen?
Wij staan met ons team klaar voor alle juridische vragen.
ConSenso Advocaten
+32(0)89 32 29 10